Architectuur in LEGO 

Architectuur in LEGO: 10 Villa-ontwerpen.

Van 16 maart tot en met 15 april 1984 heeft de Rotterdamse kunststichting een expositie gehouden in de nieuwe Galerie Westersingel in Rotterdam, de expositie “Architectuur in LEGO”. 10 Nederlandse architecten hebben de opdracht gekregen om met LEGO een villa te ontwerpen met een schaal van 1:20. Zo bouwde architect Sjoerd Soeters zijn mini droomvilla volgens het ‘modaal acropolisme’, een LEGO-villa verheffend en contrasterend boven het landschap. De tentoonstelling 'Architectuur in LEGO' in de nieuwe Galerie Westersingel trekt een record aantal bezoekers: 6.000 mensen. 

De LEGO krant schreef over 'Architectuur in LEGO' het volgende, in nummer 27, pagina 8 1984:

De afdelingen Architectuur en Beeldende Kunst/Tentoonstellingen van de Rotterdamse Kunststichting hebben in het verleden verschillende gezamenlijke projecten gedaan: de Oudtentoonstelling in het Lijnbaancentrum, en in de voormalige expositiezaal de Doelen I.B.A., Terragni en Wonen in de volkswoningbouw van toen. Van 16 maart  tot en met 15 april 1984 organiseerden zij in Westersingel 8 de tentoonstelling "Architectuur in LEGO". Onmisbaar was daarbij de royale hulp van LEGO Nederland. Tien jonge Nederlandse architecten kregen de opdracht een villa te ontwerpen en te maken met LEGO stenen. Daarbij konden zij gebruik maken van de meer dan 1600 soorten bouwsteentjes. De bouwopdracht was summier en liet de architect grote vrijheid, alleen het grondoppervlak van het bouwterrein was aan een (vrij klein) maximum gebonden, er moesten tenslotte hanteerbare maquettes worden geproduceerd. Voor vloeroppervlak, aantal verdiepingen en het bouwvolume golden geen beperkingen. De architect werd gevraagd aan te geven hoeveel en wat voor bewoners de villa moest herbergen. De bedoeling van de tentoonstelling is tweeërlei: serieus en luchtig. Zij laat zien hoe een nieuwe generatie Nederlandse architecten een (zij het niet-alledaagse) opdracht voor een villa-ontwerp uitvoert. Het gebruik van LEGO materiaal geeft aan de ontwerpen een ironische, wellicht absurdistische meerwaarde. Hoewel de tentoonstelling niet in de eerste plaats voor de gemiddelde LEGO gebruiker gemaakt was, zou zij een groter publiek bereiken dan de vooral in architectuur geïnteresseerden. 

De tien architecten moesten niet alleen een villa bouwen, ze moesten ook het verhaal van de bewoners van de villa te verzinnen. De expositie was een enorm succes, tot ver in 1986 waren de tien villa's in verschillende Nederlandse musea te zien. De modellen werden opgenomen in de verzameling van het Nederlands Architectuurmuseum. 

Hieronder een filmpje over deze tentoonstelling:

 

De LEGOkrant publiceerde vaak nieuws over deze tentoonstelling. Hieronder alle artikelen over Architectuur in LEGO:

LEGOkrant nr 28 pag 6 1984:

LEGOkrant nr 29 pag 8 1985:

LEGOkrant nr 30 pag 1 1985:

Van deze expositie werd een groot folio uitgegeven met 10 gekleurde afbeeldingen. Ze werden los gebundeld in een kartonnen portfolio. Het gaat om een gelimiteerde editie van 300 stuks. Inclusief ontwerpen van Martien Jansen, Arnest Boender en Victor Mani. Elk van de afbeeldingen zijn gesigneerd en genummerd door de ontwerper.

In augustus 1988 staat er een artikel over de LEGO tentoonstelling in het Groninger Museum in het Nieuwsblad van het Noorden:

09-08-1988 Nieuwsblad van het Noorden

Architectuur in LEGO, Westersingel 8, Rotterdam, 1984

Afbeelding: Informatie: Overige:

(Klik op de foto om deze te vergroten!)

"Drijvend Huis"

Architect: Jan Benthem (1952)

Samen met: Mels Crouwels (1953)

Werken samen: sinds 1979

Aan de draagconstructie van het huis zijn drijvers bevestigd en zijn de verschillende vertrekken, standaard modules van gelijke afmetingen, opgehangen met trekstangen. Deze constructie maakt het, samen met schroefveren en schokbrekers mogelijk de golfslag te dempen/compenseren. Aan de zonzijde van het huis zijn scharnierende panelen als zonwering bevestigd, aan de schaduwzijde reflecteren verstelbare spiegels het zonlicht naar binnen. Het huis drijft in de Maas en is met een loopbrug met de wal verbonden. 

"The Public Villa"

Architect: Frans Bevers (1949)

Samen met: Tom Homburg (1952) en René Pijnenburg (1954)

Werken samen: sinds 1981 een incidenteel samenwerkingsverband onder de naam Opera

Een villa ontwerp op schaal 1:20 uitgevoed in LEGO onderdelen, als onderwerp van een tentoonstelling. Het model als visualisatie van een te bouwen object, of een zelfstandig bouwwerk op ware grootte? Beide. Het functioneren als tentoonstellingsvoorwerp als enig maatschappelijk nut. De opdrachtgever, bouwheer ontbreekt.

Zich min of meer in luxe kunnen afzonderen is een voorrecht van weinigen. Het meest noodzakelijke is aanwezig bij velen. Er ontbreekt iets. Hotels, motels, bungalows zijn te huur, maar privacy is ver te zoeken. De publieke villa biedt de mogelijkheid het meest begeerde te verwerven. Alléén! Een kunstgalerij, een bibliotheek, een open haard, een ontspanningsruimte, een zwembad. Voor even. In uiterste afzondering,ver boven de stad, een stukje penthouse op ooghoogte.

1. Kunstgalerij. De trap naar de top van dit hoogste gedeelte voert langs een zestal expositieruimtes, ingericht naar de opgegeven voorkeur van de bezoeker. Schilder-, grafische-, video-, en kleine beeldhouwkunst zijn voorradig. Door middel van een hydraulisch vloerensysteem worden de zes, in de opslagruimte ingerichte, vloeren opgedrukt. De top geeft een uitzicht over het totale villa complex.

2. Ontspanningsruimte. Een kubusvormige ruimte om een aantal binnenhuissporten te beoefenen. De bezoeker kan naar wens voorzieningen voor bijvoorbeeld biljarten, schaken, tafeltennissen, roulette enzovoort, laten verschijnen. Het gebouw zal als tegenstander fungeren. Zo zijn bijv. voor het biljarten de binnenwanden uitgerust met een netwerk van beweegbare telescoopkeus en is de wand voorzien van beweegbare met rubber beklede tegels t.b.v. tafeltennis. Aan de met een elektronisch oog verbonden spelcomputer dient men vooraf het te spelen moyenne, snelheid of moeilijkheidsgraad te worden opgegeven.

3. Bibliotheek. Een ruimte om zich in terug te trekken met literatuur, film of muziek. Een keuze uit het aanbod van platen, boeken of videofilms maakt de bezoeker in de lift die langs de opslagruimtes omhoog gaat. De bibliotheekruimte bestaat uit een enigszins donker gedeelte, waarin geluids- en videoapparatuur en scherm zijn gesitueerd en een licht lees- en luistergedeelte. De hier aanwezige matglazen wanden verhinderen een uitkijk naar buiten, maar veroorzaken een bijzondere lichtintensiteit binnen.

4. Zwembad. Het transparante bassin op een hoogte van 25 meter, heeft een lengte van 30 meter en een breedte van ruim één schoolslag. Het water wordt continu toegevoerd uit de top van de dubbelwandige ronde zuil. Deze fungeert tevens als overloop voor het overtollige water, dat beneden via spuigaten wordt geloosd. Kleedruimtes, zonterras en duikplank zijn aanwezig.

5. Open haard. Tot rust komen bij een haardvuur. Houtblokken worden vanuit de voorraadkamer onder de haard door een drukveersysteem in het vuur geschoven. Met de rug gekeerd naar het vuur heeft men uitzicht door de verticale raamopening.

De publieke villa hoeft in deze nu voorgestelde vorm niet volledig te zijn, mar kan afhankelijk van situatie en wens uitgebreid worden in functies en hoeveelheid.

"Een tweepersoons flatgebouw"

Architect: Arnest Boender (1954)

De villa staat aan een straat zoals de Rue Charles Laffitte in de Parijse wijk Neuilly. Langs het trottoir staat een hoog hek. Tussen het hek en het huis is huist plaats voor het voorrijden van auto's en een klein beetje gras. Er zijn grofweg vier categorieën gebruikers:

1. Vreemden die aanbellen bij het hek en daarbuiten blijven.

2. Bekenden die aanbellen en voor wie het hek geopend wordt. Deze mensen gaan te voet of met de autodoor het hek en betreden het trappetje dat recht achter de poort 1 meter omhoog gaat. Daar bevindt zich een halletje waar een huishoudster de binnenkomer ontmoet om hem zijn jas af te nemen en hem de trap op te leiden naar de eerste ruimte aan de voorkant van het huis. Hier wacht de bezoeker tot één van de bewoners verschijnt. Dan gaan zij samen naar de volgende ruimte die je de salon zou kunnen noemen. Daar is de open haard. Aansluitend aan de salon zijn er verder nog twee liften waarvan er één in verbinding staat met de keuken achter het huis. Die zou je de personeelslift kunnen noemen. 

Dan is er een wc, en er is een soort geheim trappetje dat leidt naar een tv-kamertje en naar de bibliotheek. De grote trap omhoog leidt naar de eetkamer aan de achterkant en een hoge muziekkamer aan de voorkant van het huis. Het is een huis voor twee personen en alle ruimtes zijn open zonder deuren en ook verticaal open met elkaar verbonden door middel van vides in het trappenhuis. 

Op het niveau van de eet- en muziekkamer bevindt zich aan de andere zijkant tegenover de bibliotheek een ontbijtkamer op het terras van het dak van de salon. De volgende trap leidt naar een theekamertje boven de eetkamer dat tevens een soort balkon vormt van de muziekkamer. Verder dan hier zal een bezoeker zelden komen, want naarmate men hoger komt wordt het terrein meer privé. 

3. De bewoners rijden het hek binnen en parkeren hun auto ofwel naast de keuken achter het huis of onder het huis aan de voorkant.  In het eerste geval wordt de personeelslift gebruikt en in het tweede geval de lift die direct naast de auto stopt. Beide liften bieden de mogelijkheid om regelrecht naar de privé-ruimtes boven in het gebouw te gaan. Daar zijn ook twee slaapsuites en op het dak bevindt zich een sauna en een zwembad met dakterras. Het zwembad kan afgedekt worden en 's winters zelfs helemaal overdekt.

4. Het personeel en de leveranciers gaan naar de keuken die los achter het huis staat maar een goede verbinding heeft met de lift en de hal. Achter het huis is indien gewenst nog plaats voor een dienstwoning aan de ene kant en een garage aan de andere kant van de keuken.

De inspiratie voor de hoofdvorm van het huis is afkomstig uit die van de typische Nederlandse flatgebouwen. De grote schaalverkleining maakt het echter moeilijk om in die vorm slechts één woning onder te brengen en daarom werd er alleen een trappenhuis ingestopt en worden alle gewenste ruimtes hieraan vastgeplakt. Dankzij de grote overmaat van het trappenhuis is de vrijheid hiervoor heel groot en kunnen er ook veel complexere relatieschema's gerealiseerd worden.

De vorm doet het huis veel groter lijken dan het in werkelijkheid is. De afmetingen van de ruimtes zijn gering en ze zouden zelfs benauwd zijn als ze niet geïntegreerd waren met de ruimte van het trappenhuis. Dankzij dit trappenhuis bezit deze villa een ruimtelijkheid die zelfs villa's die veel groter zijn niet hebben. De kosten van deze villa worden geschat op ongeveer twee maal de grondkosten.

"Chinese Villa"

Architect: Dolf Dobbelaar (1952)

Samen met:  Paul de Vroom (1953)

Werken samen sinds: 1977

Aan het einde van hun desperate tocht door de winterse Himalaya strompelden Tchang en Kuifje over een brokkelig bergpad. Op het ogenblik dat de Chinese jongeling uitgeput ineen dreigde te storten, wees onze jonge held op een vaag schijnsel tussen de mistflarden. Tchang kreeg nieuwe moed, greep zich aan Kuifje vast en kwam weer overeind. In een tergend traag tempo begon zich voor hun ogen het mysterie te onthullen. Plotseling rilde Kuifje en schreeuwde in opperste verwarring naar zijn vriend:"Dit is het! Dit is de villa...." (uit: Eén, twee, drie met Broccoli) 

Het was nu duidelijk te zien. Op de rand van de rotswand stond een kleine villa die met alle wetten van de zwaartekracht scheen te spotten.

Het huis bestond eigenlijk uit een doos van twee verdiepingen die met lange kolommen op de rotswand leek te balanceren. Alsof de situatie niet gevaarlijk genoeg was begon op dat moment met luid gepiep en gekners een groot blok onder de villa uit te draaien. "Kuifje, Kuifje", zei Tchang, "dit is het zwembad waar niemand in durft te zwemmen!" Boven de kloof helde nu een glazen zwembad, gevuld met dampend water. Toen onze vrienden bij de villa waren aangekomen zwiepten twee garagedeuren van glazen bouwstenen open. De situatie onder de villa werd in één klap zichtbaar. Naast het zwembad stond een merkwaardig automobiel met nog merkwaardiger passagiers. In een lange glazen hal bevonden zich de trappen. Eén die langs de wijnkelders dwars door de rotswand de diepte in zakte en één die diagonaal omhoog de hemel in leek te lopen.

De twee kameraden waren meer nieuwsgierig dan angstig, en slopen de trap op. Bij de eerste verdieping stopte Tchang en fluisterde tegen Kuifje: "Ga maar naar boven, ik zie je op het dakterras." De moedige Tchang ging langs de garderobe de woonkamer binnen en trof een vrijwel lege ruimte aan. Er waren slechts twee muren en een aanrecht wezig. Net toen Tchang van het ongelofelijke uitzicht stond te genieten klonk een geheimzinnig gezoem. Hij draaide zich en viel bijna flauw van verbazing. De kamer was volledig veranderd; het leek wel of de muren verdraaid en verschoven waren.

Tchang holde de woonkamer uit en stoof "Kuifje, Kuifje!" roepend de trap op. Juist op dat ogenblik rende Kuifje uit de arcade van de tweede verdieping eveneens de trap op. Hijgend bereikten beiden het dakterras en wisselden hun ervaringen uit. Ook Kuifje bleek iets dergelijks te zijn overkomen. Hij vertelde dat de tweede verdieping uit één doorlopende slaapverdieping bestond, waar twee dichte blokken in stonden. Zoals bij de woonkamer was ook hier de situatie onverwachts veranderd. Muren en deuren waren gaan draaien en de blokken bleken badkamers te zijn. Ze waren volledig identiek, de één totaal geel, de andere totaal rood gekleurd.

Op het dakterras waren de helden al snel weer tot rust gekomen en keken om zich heen. Langs een sportveldje lagen halters en naast een rij cipressen draaide een groot zilverkleurig zonnescherm langzaam in het rond.

Het spookt hier, dacht Kuifje en keek naar beneden. Diep in de kloof zag hij in de zinderende hitte een idyllisch tropenstrand liggen. Verkleumd peinsde hij: dit is onmogelijk, of ..... Op dit moment werden zijn mijmeringen ruw verstoord door een oorverdovend lawaai. Onder veel gejoel gleed een reuzenpanda over een glimmende glijbaan en kwam met een luide plons in het zwembad terecht... Onthutst werd Kuifje alles duidelijk. Dit was het verloren gewaande Eldorado van de Verschrikkelijke Sneeuwman.

"Het Huis"

Architect: Martien Jansen (1950)

 

Het Huis is gesitueerd op een vrijwel onbegaanbaar stuk hellend vlak, een zuidelijke bergwand, waarover zich een weg slingert, komende vanaf de iets verderop gelegen stad. Het terrein van 400M², dat beneden de weg ligt, heeft behalve het prachtige uitzicht over het golvend landschap heen op de stad, als opvallende karakteristiek, dat het is samengesteld uit fantastische rotsformaties van de meest edele stenen. Temidden hiervan wordt gekozen voor een duidelijke en overzichtelijke hoofdvorm (de bewerkte steen), waarbinnen in samenhang met de helling een formeel experiment zich voltrekt.

De basisvorm van de plattegrond van het huis is een rechthoek, die in drie zones wordt verdeeld met de verhouding 3:5:3. Eén van beide 'zij'zones, de oostkant, wordt gereserveerd voor een serie van 3 achter elkaar liggende trappen, die de hellingshoek van 50º van de berg volgen. 

Het vormveranderingsproces, dat door de trappen per verdieping wordt geïntroduceerd, vormt een dynamisch thema. De trappenformatie is een middel om de verschillende plekken in het huis over de 4 verdiepingen een ervaarbare samenhang te geven. Alle programmaonderdelen worde ruimtelijk met elkaar verbonden en de volledige hoogte over de 4 verdiepingen van de woning is ervaarbaar.

Het centrum van de plattegrond van de bovenste verdieping is een uitbreiding van de smalle bergweg tot in de woning om parkeergelegenheid te scheppen. Hiervan gescheiden door een glazen bouwstenenwand bevindt zich in de 'zij'zone een berging met c.v. ketel. In de daaronder gelegen verdiepingen, wordt de zonering gekruist door een twee zonering met een 'gesloten' zone van keuken, badkamer, toilet enzovoort in de bergwand en een 'open' zone van eetkamer, woonkamer en loggia in de verhouding 1:2.

Bij de loggia in het basement aan het eind van de reeks trappen vervalt de 'gesloten' zone. In het centrum van de twee tussenliggende verdiepingen bevindt zich over de twee verdiepingen de woonkamer met zijdelings daaraan, gescheiden door een open haard, de eetkamer aan de keuken onder de twee slaapkamers. De repen metselwerk die als lichtopeningen uit de rechthoekige doos worden gesneden zijn een afspiegeling van de interne organisatie. Gestreefd is naar een beweeglijkheid van het op elkaar inwerken en naar elkaar verwijzen van de onderdelen waaruit het geheel is opgebouwd binnen de huls van een precieze autonome vorm.

"Victor Mani"

Architect:  Victor Mani (1951)

Samen met:  Chiel van der Stelt

Werkt samen sinds:  1981 in architectenbureau BOA Contractors

Victor Mani heeft het LEGO materiaal niet gebruikt om er de werkelijkheid zoveel mogelijk mee te benaderen, maar de LEGO stenen gezien als gereduceerde werkelijkheid. Met de 'tweepunts' LEGO steen als tot een vijfentwintigste teruggebracht bouwelement heeft hij zijn villa ontworpen.

Gehangen aan een raam van kunststof zijn al de functionele ruimten opgebouwd uit deze bouwelementen. de villa staat op drie plastic kolommen. Aan de zuidzijde is als diapositief een transparante gevel aangebracht waarin de 'ramen' uit grote vlakken bestaan. Het huis is bereikbaar met boot of helikopter. 

De illustraties uit een folder van Isorat laten zien dat in de bouw al gewerkt wordt met kunststof elementen van een formaat als de door Mani gekozen LEGO steen 'op ware grootte'.

"Het LEGO Huis"

Architect: Wolf Schijns (1940)

 

DE BEWONERS VAN HET LEGOHUIS
Bij het ontwerpen van het lego huis hebben drie personen uit halo Calvino's "Herinneringen van Casanova", model gestaan als bewoners. De betreffende passage is hiernaast afgedrukt en werd genomen uit Raster 25 -1983.

De twee vrouwen uit het verhaal, Cate en Hilde hebben ieder hun eigen domein binnen de muren van het huis gekregen. Analoog aan hun karakters, die tegenovergesteld van aard zijn, werd daarom een tweelinghuis ontworpen waarbij de delen ten opzichte van elkaar tegengesteld georiënteerd en gesitueerd zijn maar ook weer niet echt gescheiden. Eén huis verheft zich boven de aarde, het andere ligt diep in de grond.


Twee geprononceerde trappen bieden toegang tot het gebouw als waren het twee onafhankelijke woningen. De figuur van Casanova is in zijn gespletenheid gedoemd tussen de twee woonverblijven te pendelen. Hij heeft daartoe een kleine eenpersoonslift tot zijn beschikking. Bovendien stelt een vluchtweg hem in de gelegenheid onverwachts te vertrekken.


ITALO CALVINO: DE HERINNERINGEN VAN CASANOVA
CATE EN HILDE. Gedurende mijn hele verblijf in *** had ik twee vaste minnaressen: Cate en Hilde. Cate kwam me iedere morgen opzoeken, Hilde 's middags; 's avonds ging ik naar de club en daar verbaasden de mensen zich erover dat ze me altijd alleen zagen. Cate had weelderige vormen, Hilde was slank; door hen af te wisselen hernieuwde ik telkens mijn verlangen dat zowel gericht is op variatie als op herhaling. Als Cate vertrokken was, wiste ik ieder spoor van haar uit; en zo ook bij Hilde; en ik geloof dat het me altijd gelukt is te vermijden dat de één van het bestaan van de ander afwist, toen, en misschien ook daarna.


Natuurlijk gebeurde het weleens dat ik me vergiste en tegen de één dingen zei die alleen maar iets betekenden als je ze tegen de ander zei: "vandaag heb ik bij de bloemenman deze fuchsia's gevonden, jouw lievelingsbloemen" of "laat nu niet weer je ketting hier liggen", wat dan verbazing veroorzaakte, boosheid, achterdocht. Maar deze banale misverstanden deden zich als ik me goed herinner alleen voor in de begintijd van die dubbele relatie. Heel snel leerde ik de ene geschiedenis volkomen te scheiden van de andere; iedere geschiedenis had haar eigen verloop, haar eigen steeds terugkerende gesprekken en gewoonten, en interfereerde nooit met de andere geschiedenis.


In het begin dacht ik (ik was, zoals men begrepen zal hebben, erg jong, en probeerde ervaringen op te doen), dat je de dingen die je van de liefde wist over kon brengen van de ene vrouw op de andere: allebei wisten ze veel meer dan ik, en ik dacht dat ik de geheime kunsten die ik van Hilde leerde weer aan Cate kon leren, en andersom. Ik vergiste me: wat ik deed was niets anders dan een grote warboel maken van alles wat alleen waardevol is als het spontaan en direct is. Elk was een wereld op zich, sterker nog, elk was een hemel waarin ik de positie van sterren en planeten moest opsporen, de banen, verduisteringen, inclinaties en samenstanden, zonnewendes en nachteveningen. Ieder heelal bewoog met een verschillend mechanisme in een verschillend ritme. Ik moest me niet verbeelden dat ik de astronomische begrippen die ik geleerd had bij de bestudering van Cate's hemel, kon toepassen op Hildes hemel.


Maar ik moet zeggen dat het me niet eens meer vrij stond te kiezen tussen twee gedragslijnen: met Cate was ik erop getraind op de ene manier te handelen, en met Hilde op de andere, bij alles werd mijn gedrag bepaald door de gezellin met wie ik samen was, het kwam zelfs zover dat ook mijn instinctieve voorkeuren en tics veranderden. Twee ikken wisselden elkaar in mij af; ik had niet meer kunnen zeggen welke ik echt was.
Wat ik zei geldt zowel voor het lichaam als voor de geest: de woorden die ik tegen de één gezegd had kon ik niet ook nog eens tegen de ander zeggen, en ik merkte al snel dat ik mijn gedachten ook moest variëren.


Als ik op mijn praatstoel zit, en een van de vele verwikkelingen uit mijn avontuurlijke leven in herinnering roep, maak ik meestal gebruik van versies die ik in de club al eens uitgetest heb, met passages die letterlijk herhaald worden, met ingecalculeerde effecten, ook in de uitweidingen en pauzes. Maar bepaalde sterke verhalen waarvan het succes te allen tijde verzekerd was bij groepen onbekende of willekeurige personen, kon ik onmogelijk onder vier ogen aan Cate of Hilde opdissen zonder een serie aanpassingen. Bepaalde uitdrukkingen die met Cate aan de orde van de dag waren, vielen bij Hilde uit de toon; bepaalde geestige opmerkingen die Hilde onmiddellijk vatte en waarop ze meteen haar antwoordklaar had, had ik aan Cate van a tot z moeten
uitleggen, terwijl zij er weer andere kon waarderen die Hilde koud lieten; soms moest er bij Hilde uit een bepaalde episode een andere conclusie getrokken worden dan bij Cate, zodat ik mijn verhalen op verschillende manieren moest laten eindigen. Op die manier begon ik langzamerhand twee verschillende geschiedenissen van mijn eigen leven te construeren.


Iedere dag vertelde ik aan Cate en Hilde wat ik die avond tevoren gezien en gehoord had op mijn omzwervingen langs de ontmoetingsplaatsen en verzamelpunten van de stad: roddels, voorstellingen, toonaangevende personages, modekleding, vreemde voorvallen. In de beginperiode, waarin ik van een ongedifferentieerde lompheid was, vertelde ik het verhaal dat ik 's morgens aan Cate had verteld 's middags precies zo weer aan Hilde: zo dacht ik te kunnen besparen op de hoeveelheid fantasie die je doorlopend moet investeren om de interesselevend te houden. Ik merkte al snel dat dezelfde episode de één interesseerde en de ander niet: of dat, als ze zich er allebei voor interesseerden, de details waar ze me om vroegen verschillend waren, en dat ook de opmerkingen en meningen die eruit voortvloeiden anders waren.


Ik moest dus twee duidelijk verschillende verhalen halen uit één en dezelfde aanleiding; en tot zover zou dat geen probleem zijn; maar ik moest iedere avond de feiten die ik de volgende dag zou vertellen ook op twee verschillende manieren beleven: ik bekeek ieder ding en ieder mens met de ogen van Cate en met de ogen van Hilde, en ik gaf mijn oordeel volgens de maatstaven van de één en van de ander; als ik tijdens gesprekken het woord nam, gaf ik steeds twee antwoorden op één en dezelfde opmerking van iemand anders, één antwoord dat Hilde zou waarderen, en één Cate; ieder antwoord lokte weer tegen antwoorden uit waarop ik weer antwoord moest geven, en ik datgene wat ik zei nogmaals verdubbelde. Deze gespletenheid was niet actief in mij wanneer ik in gezelschap was van één van hen, maar vooral wanneer zij er niet bij waren.


Mijn geest was het slagveld geworden van de strijd tussen de twee vrouwen. Cate en Hilde, die elkaar in het dagelijks leven niet kenden, stonden doorlopend lijnrecht tegenover elkaar om elkaar binnenin mij het terrein te betwisten, ze vlogen elkaar in de haren, verscheurden elkaar. Ik bestond alleen maar om die verbeten rivalenstrijd, waarvan zij niets wisten, te herbergen.
Dit was de werkelijke reden die me ertoe dwong onverwachts uit *** te vertrekken, om er nooit meer terug te komen.
Vertaling: Henny Vlot. Uit: Raster 25 — 1983

"Modaal Acropolisme"

Architect: Sjoerd Soeters (1947)

 

Dat deze opdracht tot het maken van een villa in Nederland een zeldzaamheid is geworden is niet alleen te wijten aan oorzaken van conjuncturele aard. Weliswaar bestaan er nog mensen die hun eigen huis laten bouwen, — of vaker nog: zelf-bouwen — maar het soort semi-boerderijtjes dat daarvan vaak het onweerstaanbare gevolg is, kan moeilijk met villa worden betiteld. De terminologie van huizen is sowieso via de monden en druksels van makelaars ernstig aan devaluatie onderhevig. Het vrijstaande huis dat door de metselaar in zijn vrije tijd in een imitatie handvorm is opgetrokken heet al gauw een "landhuis" in de advertenties. De huizen die twee onder één kap toch fijn zichzelf staan te zijn gaan als "herenhuizen" over de toonbank. Het is wellicht in deze reeks van vocabulaire verval dat we de opdracht voor een villa van de kant van de Rotterdamse Kunststichting moeten interpreteren. Maar niet te negatief ! Een analyse van de reeks zou wellicht kunnen leiden tot een verheldering van de situatie waarin het Nederlands bouwen, of in elk geval haar wervend vocabulaire, zich bevindt. Een landhuis in een verkavelingplan met woonerven; een herenhuis aan een imitatiegracht van 30 cm diep water; een villa op een denkbeeldig stuk grond van 625 m2. Als de filosofie van de verstedelijking op verdichting aanstuurt, dan vindt diezelfde filosofie in landelijker gebieden haar werktuigen in miniaturisering.


Er bestaat kennelijk een grote behoefte om dingen te maken die verwijzen naar iets, wat is geweest en niet meer kan. Iets wat in onze herinnering als een weldadig beeld is blijven hangen willen we opnieuw maken in het heden, zoals je een droom soms wil meenemen naar het wakker-zijn. En om de droom tot daad te maken hebben we miniaturisering en mimicry als middelen ter beschikking. In een land dat vol geparkeerd staat met "landhuizen", "herenhuizen", "drive-in-woningen", "patioboerderijen" en "villa's" maakt één versteende jeugdherinnering méér niets meer uit, of omgekeerd: de verstening heeft aan de jeugdherinneringen letterlijk het leven van het vage en steeds wisselende beeld ontnomen. De opgeschreven droom verschrompelt tot een banaal verhaal. De "villa" tot een gewoon huis, waarvan we ons betraande gelaat moeten afwenden, om al mediterend het oorspronkelijke beeld weer even tot leven te kunnen brengen, voor het definitief wegvalt. Alleen het woord blijft ons bij gelukkig, als
MODAAL
ACROPOLISME
een wegwijzer naar een wereld binnen onszelf waarin de werkelijkheid uit droombeelden bestaat.


In een landschap waarin de daken net zo groot zijn als de groentetuinen, de televisieantennes de hoogte en omvang hebben van bomen, de aangebouwde schuur- en werkplaatsdaken troosteloze onoogstbare akkertjes lijken, het kamerraam zo groot is als de voortuin waarin de bloembollenvelden zijn uitgebeeld naast het drielandenpunt, de oprijlaan een parkeerplaats is, en het zonneterras een beganegronds balkon; maak in dat landschap er nog een villa bij ! Om niet uit de netelige situatie te escaperen door een landschappelijke situatie te bedenken die letterlijk imaginair is, zal het nodig zijn het gegeven landschap, zoals boven omschreven te herinterpreteren. Er bestaat dan geen landschap meer waarin hier en daar een "landhuis"; er bestaat alleen nog de lappendeken van daken en dakjes, tuinen en tuintjes, hekken, schoorstenen, bomen, televisieantennes, auto's, dieren. Een eindeloze lappendeken, die door zijn continuïteit opnieuw als landschap kan worden ervaren.


Een VILLA kan niet opgaan in die kontinuïteit, als we tenminste haar droombeeld niet tegelijkertijd willen vernietigen. Een VILLA is een antwoord op het landschap door er niet op in te gaan. Een VILLA distantieert zich van het landschap, heeft afstand nodig ten opzichte van de straat, die bovendien "laan" heet. Een VILLA moet zich verheffen boven het landschap door zichzelf, als baron Von Miinchhausen, erbovenuit te tillen. Het ideaalbeeld van de VILLA maakt evenveel deel uit van het landschap,als het ermee contrasteert. Het ideaalbeeld van de VILLA-bewoner maakt evenveel deel uit van de samenleving, als het zichzelf ertegen afzet, en er zich boven verheven waant. Toch is daarmee de VILLA geen gewoon huis, maar een geraffineerde oerversie ervan. Toch is de VILLA-bewoner daarmee geen gewoon mens maar de gesublimeerde versie ervan die zichzelf in het kader van de deconfessionalisering maar meteen tot een god heeft uitgeroepen. Iedereen zijn eigen GOD ! Een meer absolute vorm van verzuiling dan deze, waarin bouwtrant- en zelfidealisering samengaan, kan voor de Nederlandse samenleving niet bedacht worden.

"Woonhuis voor Mondriaan & een juffrouw in badpak"

Architect: Madeleine Steigenga (1952)

 

"Un carrérouge, un carré jaune; ce nést pourtant pas de l'art, cher Roth": het commentaar van Le Corbusier op het werk van Mondriaan.

Hier zouden mijn schilderijen hun plaats kunnen hebben, was Mondriaans' reactie op Villa Stein à Garches.

Beperktheid in lijn en kleur van de kunststof stenen wordt gebruikt om een woonhuis voor Mondriaan te verbeelden. De compositie in blauwfaçade bergt de geordende beweging van leven. De dame & het zwembad doorkruisen het patroon. Overdag is de beweging bescheiden - de dame trekt haar baantjes - Mondriaan zijn lijnen. In de avond verpozen zij op het Garchesterras of beoefenen Mondriaan en Josefine de danskunst in de boogie woogie tuin. 

1. Garage

2. Bijkeuken

3. Entree

4. Eetkamer

5. Keuken

6. Terras naar Stein à Garches

7. Douche/WC/Sauna

8.Ladder naar dakterras en slaapkamer

9. Zwembad

10. Woonruimte

11. Atelier

12. Slaapkamer

13. Dakterras

 

"Villa Nebukadnezar"

Architect:  Sander Wissing (1949)

Aangezien de opdracht volkomen vrij was, ook ten aanzien van de toekomstige bewoner, besloot ik het onderkomen voor mijzelf te bestemmen, d.w.z. 2 personen plus veel werkruimte. Het huis is gedacht in een inheems landschap met water, hier en daar een boom of bossage, vogels en riet dat 's winters zo mooi kleurt bij het blauw van de villa.


De achterkant van het huis ligt aan een meer en in de lengterichting is het omgeven door fraai geboomte. De voorkant wordt benaderd via een lange oprijlaan, zodat al lopend of rijdend het huis langzaam opdoemt. De voorgevel is vrijwel geheel gesloten; het is de noordgevel en het is tevens bedoeld om de maat van het gebouwde nog even in het ongewisse te laten. Na het betreden van de dichte voorkant komt men in een hoge lichte hal, van waaruit men in de vertrekken kan komen. Deze hal doet 's zomers tevens dienst als woonruimte.


De villa bestaat voor een groot gedeelte uit gangen, trappen en portalen, die zich leven voor fraaie lichtinval, vides en andere driedimensionale aardigheden. Ik heb voor een symmetrische oplossing gekozen omdat symmetrie zo mooi statisch is en een gebouw een tijdloze monumentaliteit geeft, zeker in de natuur.
De indeling van de vertrekken is op de begane grond, gezien vanuit de de ingang van links naar rechts: atelier, kleine werkkamer, hal, keuken, woonkamer. Op de verdieping: vide atelier, slaap/logeerkamer, vide hal, badkamer, slaapkamer.


De naam van het project is ontstaan uit een associatie met een verhaal dat ik eens hoorde of las in mijn jeugd, en waarvan ik niet eens weet of ik het me nog wel goed herinner. Er wordt gewag gemaakt van ene Nebukadnezar, die zijn bewind voerde vanuit een fabelachtig mooi blauw paleis van immense afmetingen, en het verhaal wordt natuurlijk verteld door een verbaasde reiziger die zich aan dit fenomeen met genoegen vergaapte. Het is niet zozeer het fabelachtige of immense van dat paleis noch de werkelijkheid die interessant is, maar datgene wat de reiziger er van maakte. De door mij ontworpen villa is niet groot; het is een poging om meer te maken dan alleen maar een optimale synthese van functies of een bewoonbaar object zonder meer.

Over de tentoonstelling 'Architectuur in LEGO" is een boek uitgegeven. Dit boek werd uitgegeven voor de Rotterdamse Kunststichting en de afdelingen Architectuur en Beeldende Kunst/Tentoonstellingen. De organisatie van de tentoonstelling en de redactie van dat boek lag in handen van: Reijn van der Lugt en Albert Roskam.

De kleurenfoto's in de bovenstaande tabel zijn genomen tijdens de expositie "LEGO Steengoed" in het museum Willem van Haaren in 2008. 

Colofon
UITGAVE: Rotterdamse Kunststichting/afdelingen Architectuur en Beeldende Kunst/Tentoonstellingen ter gelegenheid van de tentoonstelling Architectuur in LEGO®, van 16 maart tot en met 15 april 1984.
ORGANISATIE TENTOONSTELLING EN REDACTIE BROCURE : Reijn van der Lugt en Albert Roskam
VORMGEVING: Ludo van Halem 
ZETWERK: IGS, Rotterdam 
DRUK: De Nieuwe Grafische, Rotterdam 
De tentoonstelling Architectuur in LEGO® is een samenwerkingsproject van de Rotterdamse Kunststichting en LEGO Nederland.


In 1985 werd een vervolg expositie op poten gezet: vanaf de zomer van 1984 kregen 30 architecten uit heel west Europa de opdracht een villa te ontwerpen. De uiteindelijke ontwerpen werden door LEGO modelbouwers in Billund, Denemarken gebouwd, gedurende 7 weken. De expositie wordt vervolgens in Parijs gehouden in het 'Centre Pompidou' onder de naam "L'architecture est un jeu… magnifique".

Hieronder alle 30 bouwwerken van de expositie én afbeeldingen van de modelbouwers die het bouwwerk aan het bouwen zijn. de afbeeldingen zijn afkomstig uit het boek "L'architecture est u jeu... magnifique" - Wegweiser durch 30 LEGO Villen.

L'architecture est un jeu... magnifique, Centre Pompidou, Parijs, 1985
Afbeelding: Informatie: Bouwfoto:

"The villa of insanity"

Architect: Jo Crepain (1950), Kapelle, België.

Modelbouwer: Juditte Moesgaard

Afmetingen: 77 x 77 x 68 cm

Ca. 47.000 LEGO stenen

"Dune dwelling for a European gentilhomme"

Architect: Denis van Impe (1953), Gent, België.

Samen met: Colette van Vynk (1954) en Jacques Verlinden (1959)

Modelbouwers: Ingrid Bundgård, Irene Nielsen

Afmetingen: 55 x 145 x 82 cm

Ca. 44.300 LEGO stenen

"Villa LEGO"

Architect: Jacques Séquaris (1943), Soumange, België.

Modelbouwer: Johanne Andersen

Afmetingen: 98 x 98 x 45 cm

Ca. 23.400 LEGO stenen

"The flooded house of Margarita"

Architect: Poul Ingemann (1952), Kopenhagen, Denemarken.

Modelbouwers: Irene Nielsen en Britta Kattrup

Afmetingen:90 x 150 x 95 cm

Ca. 45.200 LEGO stenen

"The urban villa"

Architect: Helle Juul (1954), Kopenhagen, Denemarken.

Samen met: Flemming Frost (1952)

Modelbouwers: Steen Sig en Torben Buhl

Afmetingen: 55 x 174 x 71 cm

Ca. 17.600 LEGO stenen

"A Danish house"

Architect: Hans Peter Swendler Nielsen (1954), Århus, Denemarken

Samen met: Lars Frank Nielsen (1951), Kim Herforth Nielsen (1954)

Modelbouwer: Annie B. Sørensen

Afmetingen: 27 x 129 x 48 cm

Ca. 32.300 LEGO stenen

"A Villa"

Architect: Timos Airas (1947), Helsinki, Finland.

Modelbouwer: Annie B. Sørensen

Afmetingen: 72 x 116 x 66 cm

Ca. 1.900 LEGO stenen

"A LEGO house"

Architect: Reijo Niskasaari (1951) Haukipudas, Finland.

Modelbouwer: Ulla Lauridsen

Afmetingen: 75 x 180 x 72 cm

Ca. 22.200 LEGO stenen

"Villa of a pianist"

Architect: Marja-Riita Norri (1950), Helsinki, Finland.

Modelbouwer: Britta Kattrup

Afmetingen: 35 x 110 x 31 cm

Ca. 10.000 LEGO stenen

"La villa"

Architect: Dan Munteanu (1946), Parijs, Frankrijk.

Samen met: Mihai Munteanu (1944), Teodor Georgescu (1946), Odile Perreau Hamburger (1946), Christian Tanasescu(1946) en Stephane Perianu (1936)

Modelbouower: Jytte Tornbjerg

Afmetingen: 36 x 58 x 37cm

Ca. 4.300 LEGO stenen

"La maison du philosophe dématérialisé"

Architect: Katia Lafitte (1953), Parijs, Frankrijk.

Modelbouwer: Irene Nielsen

Afmetingen: 54 x 108 x 30 cm

Ca. 4.400 LEGO stenen

"N.V.L. 39"

Architect: Jean Nouvel (1945), Parijs, Frankrijk.

Samen met: Barbara Salin (1955) en Talia Bigio (1955)

Modelbouwers: Britta Kattrup en Jytte Tornbjerg

Afmetingen: 83 x 83 x 85 cm

Ca. 12.000 LEGO stenen

"Villa Viertürme"

Architect: Norbert Berghof (1949), Frankfurt am Main, Duitsland

Samen met: Michael a. Landes (1948) en Wolfgang Rang (1949)

Modelbouwers: Juditte Moesgaard, Lillian Rasmussen en Jytte Tornbjerg

Afmetingen: 138 x 153 x 100 cm

Ca. 42.800 LEGO stenen

"L. Campanile F/W-Casa Weinbrenner"

Architect: Hans Robert Hiegel (1954), Karlsruhe, Duitsland

Modelbouwer: Britte Olessen

Afmetingen: 75 x 75 x 135 cm

Ca. 26.200 LEGO stenen

"In real nowhereland"

Architect: Jochem Jourdan (1937), Frankfurt am Main, Duitsland

Samen met: Bernhard Müller (1947)

Modelbouwer: Ulla Lauridsen

Afmetingen: 60 x 100 x 57 cm

Ca. 14.900 LEGO stenen

"Villa for an existentialist"

Architect:William Alsop (1947), Londen, Groot-Brittanië

Samen met: John Lyall (1949)

Modelbouwer: Juditte Moesgaard

Afmetingen: 26 x 27 x 43,5 cm

Ca. 11.100 LEGO stenen

"Villa of the physicists"

Architect: Eric Owen Parry (1952), Cambridge, Verenigde Staten

Modelbouwer: Britta Kattrup

Afmetingen: 55 x 66 x 50 cm

Ca. 10.200 LEGO stenen

"LEGO Villa"

Architect: Michael Stiff (1954), Londen, Groot-Brittanië

Samen met: Andrew Trevillion

Modelbouwer: Lillian Rasmussen

Afmetingen: 40 x 75 x 55 cm

Ca. 7.000 LEGO stenen

"A town house"

Architect: Ugo Colombari (1950), Rome, Italië

Samen met: Giuseppe de Boni (1951)

Modelbouwer: Annie B. Sørensen

Afmetingen: 64 x 64 x 38 cm

Ca. 7.200 LEGO stenen

"The Urban Villa"

Architect: Bruno Minardi (1946), Ravena, Italië

Modelbouwer: Ingrid Bundgård

Afmetingen: 54 x 133 x 57 cm

Ca. 14.500 LEGO stenen

"A courtyard and a villa"

Architect: Cino Zucchi (1955), Mailand, Italië

Modelbouwer: Britta Laursen

Afmetingen: 97 x 135 x 29 cm

Ca. 14.800 LEGO stenen

"Mecanoo in LEGO bricks"

Architect: Henk Döll (1956), Delft, Nederland

Samen met: Francine Houben (1955), Roelf Steenhuis (1956), Erick van Egeraat en Chris de Weiger (1956)

Modelbouwer: Britte Olesen

Afmetingen: 67 x 131 x 170cm

Ca. 62.500 LEGO stenen

"Villa XYZ"

Architect: Kas Oosterhuis (1951), Rotterdam, Nederland

Modelbouwer: Ulla Lauridsen

Afmetingen: 100 x 100 x 160 cm

Ca. 50.000 LEGO stenen

"LEGO Villa"

Architect: Frank Wintermans (1949), Eindhoven, Nederland

Samen met: Paul Wintermans (1950)

Modelbouwer: Irene Nielsen

Afmetingen: 62 x 120 x 72 cm

Ca. 55.400 LEGO stenen

"LEGO Villa"

Architect: Gabriel Allende (1952), Madrid, Spanje

Modelbouwer: Britta Kattrup

Afmetingen: 66 x 75 x 45 cm

Ca. 14.300 LEGO stenen

"LEGO Villa"

Architect: Francisco Javier Biurrun Salanueva (1946), Barcelona, Spanje

Modelbouwer: Britta Laursen

Afmetingen: 100 x 100 x 240 cm

Ca. 59.500 LEGO stenen

"A post-modern ruin"

Architect: Francisco R. de Partearroyo (1948), Madrid, Spanje

Modelbouwer: Britta Laursen

Afmetingen: 53 x 63 x 38 cm

Ca. 4.800 LEGO stenen

 Er is een boek over deze tentoonstelling uitgegeven in 1986 het verscheen in ieder geval in het Frans en Duits.

 

Reyn van der Lugt

ISBN 3925376178 

1986, 64 bladzijden

"Alice F's house"

Architect: Marie-Claire Bétrix (1953) Zurich, Zwitserland

Samen met: Eraldo Consolascio (1948)

Modelbouwer: Johanne Andersen

Afmetingen: 47 x 77,5 x 162 cm

Ca. 40.000 LEGO stenen

"The villa as panorama"

 Architect: Roger Diener (1950), Basel, Zwitserland

Samen met: Wolfgang Schett (1949)

Modelbouwer: Annie B. Sørensen

Afmetingen: 83, Ø80 cm

Ca. 15.000 LEGO stenen

"One specific room"

Architect: Jacques Herzog (1950) Basel, Zwitserland

Samen met: Pierre de Meuron (1950)

Modelbouwer: Herzog en Muron

Afmetingen: 62 x 86 x 75 cm

Precies 438 LEGO stenen

 

De tentoonstelling

"L'architecture est un jeu... magnifique"

 kwam tot stand met steun van het

 Nederlandse Ministerie van Cultuur

en de

LEGO Groep, Denemarken.

1986

 


Lego Towers

Hieronder een paar foto’s van het project “LEGO Towers“, onderdeel van een woningbouwproject in Kopenhagen. Het schaalmodel was te zien op een expositie in New York en is gemaakt van (hoe kan het ook anders) LEGO!

De video toont het werk van het Deense architectenbureau 'Bjarke Ingels Group' waar ze een LEGO-toren van 250.000 stukjes assembleren. Het bouwen van de maquette duurde 5 weken en is tentoongesteld tijdens de tentoonstelling 'Storefront for Art and Architecture' in New York. (2 Oktober 2007 - 24 November 2007)

BIG is een bedrijf met haar hoofdkantoor in Kopenhagen waar meer dan 80 architecten, designers, bouwers en denkers werken, die operen in het veld van de architectuur, urbanisme, research en ontwikkeling. 



 


Building Asia Brick By Brick is een project om de (traditionele) architectuur in China, Japan & Thailand terug in de belangstelling te plaatsen. Lokale architecten kregen elk 8000 witte Lego-bouwstenen om hun creativiteit op los te laten. Het resultaat is de tentoonstelling 'Brick by Brick' en de initiatiefnemers willen een speels antwoord geven op de zielloze megalomane bouwprojecten in de regio. (2007)

Architects 49
Atelier Bow-wow

Atelier Li Xinggang, China Architecture Design & Research Group

Bernard Khoury/DW5

MADA s.p.a.m

Map Office

Mathew & Ghosh Architects
Noel Lane Architects
Research Architecture Design (RAD)
Scenic Architecture
SciSKEW Collaborative
SEAN GODSELL ARCHITECTS
Urbanus Architecture and Design
Yung Ho Chang and Lijia Lu